Symbool | Cl | Protonen/elektronen | 17 |
---|---|---|---|
Groep | 17 | Isotopen | 35Cl, 37Cl |
Periode | Elektronenconfiguratie | [Ne] 3s2 3p5 | |
Blok | p | Elektronegativiteit | 2,8 (Pauling) |
Bij kamertemperatuur | gas | Atoomstraal | 99 10-12m |
Dichtheid | 2.99 kg m-3 | Relatieve atoommassa | 35.453 |
Smeltpunt | -101 oC (172 K) |
Soortelijke warmte | 490 J kg-1K-1 |
Kookpunt | -34 oC (239 K) |
Warmtegeleidingscoëfficiënt | 0.0076 W m-1K-1 |
Waterontsmetting
Voor de desinfectie van drink-, zwem- en rioolwater werd vroeger wel chloorgas gebruikt. Vanwege de strenge veiligheidseisen gebruikt men tegenwoordig vooral chloorbleekloog; een oplossing van natriumhypochloriet (NaOCl). In het huishouden kennen we dit als bleekwater.
De desinfecterende eigenschappen berusten op de oxiderende werking van de vrijkomende atomaire zuurstof. Die ontstaat bij toevoegen van chloor of hypochloriet aan water:
Cl2 + H2O --> 2 H+ + 2 Cl- + O
respectievelijk
OCl- --> Cl- + O
De typische 'chloorlucht' in zwembaden, en ook de prikkelende werking op de ogen, komt voor rekening van chlooramines. Dat zijn verbindingen waarin chloor is gebonden aan een aminogroep (bijvoorbeeld RNHCl of R2NCl). Ze ontstaan bij de reactie met verontreinigingen die vaak het gevolg zijn van gebrek aan hygiëne, zoals niet douchen en geen toiletbezoek vóór het zwemmen.
De laatste jaren is er bij de drinkwaterzuivering een verschuiving te zien van het gebruik van chloor naar biologische zuivering, eventueel gecombineerd met oxidatie door ozon. Toch wordt soms nog chloor toegepast.
Chloorbleekloog wordt ook toegevoegd aan koelwaterinstallaties om algengroei en afzetting van schelpdieren tegen te gaan.
Bleekmiddel
Onder bleken verstaan we het zo wit mogelijk maken van gekleurde stoffen, bijvoorbeeld papier en textiel. De blekende werking berust op de oxiderende werking van chloor of van hypochloriet (OCl-; bleekwater is een oplossing van NaOCl).
Hypochloriet wordt al zeer lang als bleekmiddel gebruikt. Reeds kort na de ontdekking van chloor werd oplossing van kaliumhypochloriet als 'liqueur de Javel' op de markt gebracht (bleekwater wordt in sommige landen nog 'eau de Javel' of 'Javel' genoemd). Later werd het kaliumhydroxide vervangen door natriumhydroxide.
Zoutzuur
Dit is een oplossing van waterstofchloride-gas in water. Het gas is op verschillende manieren te verkrijgen:
1) Als bijproduct bij de vorming van gechloreerde organische verbindingen. Hierbij wordt tevens waterstofchloride gevormd, bijvoorbeeld: CH3COOH + Cl2 --> CH2ClCOOH + HCl
2) Door waterstof te laten reageren met chloor ("verbranden" van chloor)
3) Door de reactie van een chloride (bijvoorbeeld NaCl of KCl) met geconcentreerd zwavelzuur. Dit proces levert zeer zuivere waterstofchloride op. Het vindt plaats in zogenaamde Mannheimovens en verloopt in twee stappen:
NaCl + H2SO4 --> NaHSO4 + HCl ( bij 150 oC)
NaCl + NaHSO4 --> Na2SO4 + HCl ( bij 350 - 500 oC)
Zoutzuur wordt vooral gebruikt voor het verwijderen van oxidelagen van staal en andere metalen (het zogenoemde beitsen); voor de bereiding van metaalchloriden; voor het regenereren van ionenwisselaars; en verder voor tal van neutralisaties (bijv. van natrium- en calciumhydroxide-oplossingen).
Bij de mens speelt zoutzuur een essentiële rol in het spijsverteringsproces. In de maag verzorgt het de pH-regeling en de verdediging tegen allerlei bacteriën, die anders voedselvergiftiging zouden veroorzaken.
Plastic (PVC)
Polyvinylchloride (PVC), is één van de meest gebruikte kunststoffen. De grondstof is vinylchloride, dat ontstaat bij de reactie tussen etheen en chloorgas of zoutzuur:
CH2 = CH2 + Cl2 -->FeCl3--> CH2Cl - CH2Cl
of
4 HCl + 2 CH2 = CH2 + O2 --> CH2Cl - CH2Cl + 2 H2O
gevolgd door
CH2Cl - CH2Cl -->500°C--> CH2 = CHCl (vinylchloride) + HCl
Bij polymerisatie van het vinylchloride ontstaat PVC:
n CH2 = CHCl --> ..[CH2 - CHCl]n.. (PVC)
PVC wordt gebruikt voor verpakkingsmateriaal, zoals folie, blisterverpakking, doordrukverpakking voor geneesmiddelen en zakken voor infuusvloeistof en bloed.
Het gebruik van PVC heeft een aantal jaren ter discussie gestaan vanwege de verwerking in vuilverbrandingsinstallaties. Bij onvolledige verbranding kan het aanleiding geven tot de vorming van dioxines, maar uit onderzoek is gebleken dat dit risico niet hoger is dan bij de verbranding van allerlei andere organische afvalstoffen.
Chloor speelt overigens op veel grotere schaal een rol in de kunststofindustrie. Het wordt gebruikt bij de bereiding van (tussenproducten voor) allerlei andere polymeren, zoals epoxyhars, polyurethaan, polycarbonaat en siliconen.
Chemisch reinigen
Bij de 'stomerij' maakt men in veel gevallen gebruik van drycleaning, een proces dat in het dagelijks leven meestal met chemisch reinigen wordt aangeduid. Hierbij past men perchlooretheen of tetrachlooretheen toe. Het gebruik van deze oplosmiddelen is aan wettelijke regels gebonden en het verbruik is in de loop der jaren jaren sterk afgenomen, dankzij een toenemend hergebruik en het gebruik van gesloten installaties.
Geneesmiddel
Chloor staat aan de basis van veel geneesmiddelen. Het merendeel (naar schatting zo'n 85%) bevat chloor of wordt met behulp van chloorhoudende tussenproducten gemaakt.
Denk daarbij aan cytostatica die de celgroei en celdeling van tumoren remmen: chloorambucil (C14H19NO2Cl2) en chloormethinehydrochloride (C5H11NCl2.HCl). Ze worden gebruikt in de chemotherapie.
Verder antiseptica zoals chloorhexidinedigluconaat (C22H30N10Cl2.2C6H12O7) dat als ontsmettingsmiddel dient voor huid, wonden en slijmvliezen. Enkele andere antiseptica zijn: benzalkoniumchloride, natriumhypochloriet en chloorxylenol (C8H9ClO, bekend als Dettol®).
Ook in antibiotica (infectiebestrijding), diuretica (plastabletten), bloeddrukverlagers en anti-psychotica kan chloor een rol spelen.
Meer toepassingen
Als element en in legeringen
- bereiding van chloorverbindingen (PCl3; PCl5; diverse organische chloorverbindingen)
- bereiding van titaandioxide
- winnen van metalen
In verbindingen
- antitranspiratiemiddel in deodorant AlCl3, Al2(OH)5Cl
- batterij NH4Cl
- behandeling van huidaandoeningen SbCl3
- beitsmiddel FeCl2, FeCl3
- bleken van meel, vet, olie, textiel, papier chlooroxiden, bijv. ClO2
- bleken van textiel TiCl3
- bloedstelpend middel CaCl2
- bloedstolling FeCl3
- blusmiddel (toevoeging) LiCl, MgCl2, CaCl2
- conservering van wijn chloorazijnzuur
- etsen van glas TiCl4
- lenzen voor IR-camera's en -spectroscopie TlCl, Na- of KCl
- metaal-etsmiddel FeCl3
- mottenballen 1,4-dichloorbenzeen
- ontkleuring van plantaardige olie FeCl3
- ontspiegelen van lenzen TiCl4
- sproeien van droge wegen om stuiven tegen te gaan CaCl2
- traangas chlooracetofenon (C6H5COCH2Cl) en chlooraceton (CH3COCH2Cl)
- verfbereiding SnCl2