Au

Goud


Goud is één van de langst bekende metalen. Het komt in de natuur in metallische vorm voor. De toepassing in sieraden en munten dateert al van ver voor onze jaartelling. Goud is extreem ductiel (rekbaar). Eén gram goud is uit te walsen tot een oppervlakte van twee tennisvelden (vijfhonderd vierkante meter) of uit te rekken tot een draadje van maar liefst drie kilometer lengte. Zuiver goud is één van de meest inerte metalen, maar in de vorm van nanodeeltjes kan het goede katalytische eigenschappen vertonen. Zulke nanodeeltjes hebben ook bijzondere optische eigenschappen: hun grootte bepaalt welke kleur ze aannemen. Goud dient al eeuwenlang als rode kleurstof in gebrandschilderde ramen. Ongeveer de helft van al het goud op de wereld is in eigendom van staatsbanken, opgeslagen in bankkluizen.
Symbool Au Protonen/elektronen 79
Groep 11 Isotopen 197Au
Periode Elektronenconfiguratie [Xe] 6s2 4f14 5d9
Blok d Elektronegativiteit 1,4 (Pauling)
Bij kamertemperatuur vast Atoomstraal 144 10-12m
Dichtheid 19300 kg m-3 Relatieve atoommassa 196.967
Smeltpunt 1064 oC
(1337 K)
Soortelijke warmte 129 J kg-1K-1
Kookpunt 2856 oC
(3129 K)
Warmtegeleidingscoëfficiënt 318 W m-1K-1

Sieraden, medaille

Goud is behalve duur en glanzend ook onaantastbaar en toch goed bewerkbaar. Dat maakt het tot een uitstekend materiaal voor sieraden.

Om het edelmetaal voldoende hard te maken wordt het gele­geerd met metalen als koper en zilver. Het resulterende goudpercentage wordt meestal uitgedrukt in karaat. Zuiver goud is  24 karaats. Het voor sieraden veelgebruikte 18 karaats en 14 karaats goud bevat dus respectievelijk 75 en 58,5% goud.

 

De gebruikte legeringselementen bepalen de kleur van het goud. Koper zorgt voor een roze/rode glans, geel goud bevat zowel koper als zilver. Goud met een groenige glans bevat zink. Wit goud is voornamelijk gelegeerd met palladium. Vroeger werd veel nikkel gebruikt maar dat is tegenwoordig aan strikte regels gebonden.

Goedkopere 'gouden' sieraden bestaan uit een onedel metaal waarop een dun laagje goud is aangebracht. Men spreekt dan van opgelegd goud of doublé goud (hoewel dat laatste woord erg Frans aandoet spreken de Fransen in dit geval van plaqué).

Valutametaal

Valutametalen zijn kostbare edelmetalen die - volgens internationa­le af­spraak -  als tegenwaarde voor papiergeld dienen. Het gaat vooral om goud, in baren van tenminste 99,6 % zuiver goud. Onge­veer de helft van al het goud op de wereld is zo in eigendom van staatsbanken en opgeslagen in bankkluizen.

 

Gouden mun­ten bevatten ongeveer tien procent koper; zuiver goud is te zacht en daarom niet geschikt als munt­materiaal.

Tandheelkunde: kroon

Voor kronen en andere tandheelkundige elementen gebruikt men materiaal dat hard is, niet corrodeert, geen krimp of uitzetting vertoont en uiteraard veilig is. Kronen uit composietmaterialen op basis van kunsthars zijn het meest populair omdat ze niet van echte tanden te onderscheiden zijn. Toch kiezen mensen uit esthetische overwegingen ook wel voor metalen. Dit zijn legeringen uit goud, zilver, platina en geringe hoeveelheden andere metalen.

 

Reumabehandeling

Colloïdaal goud wordt gebruikt in medicijnen tegen reuma. Deze bestrijden de ontsteking en kunnen de reuma tot rust brengen. Behalve metallisch goud in colloïdale oplossing worden goudverbindingen als aurothioglucose, aurothiomalaat en auronofine toegepast.

Bladgoud

Ter versiering van boeken en ornamenten zoals schilderijlijsten wordt vaak bladgoud toegepast. Eén gram goud kan zo dun worden gewalst dat het een oppervlakte krijgt van twee tennisvelden (500 m2). In Egyptische grafkamers is meer dan vijfduizend jaar oud bladgoud aangetroffen.

 

Elektrisch contact

Elektrische contacten in precisiemeetapparatuur, relais, enz. moeten zeer corro­siebestendig zijn en goed de elektriciteit geleiden. Daarom wordt gebruik ge­maakt van vergulde metalen (of van legeringen met ca. 40% zilver).

Meer toepassingen


Als element en in legeringen

  • contactpunten in geïntegreerde (micro)schakelaar
  • goudfolie, ter isolatie (reflectie van warmtestraling).
  • glaskleuring (rood - met colloïdaal goud; het zogenoemde 'Rubinglas')
  • katalysator voor de bereiding van salpeterzuur uit NH3 (gelegeerd met Pt)
  • pigment voor cosmetica
  • soldeer voor hoogvacuümapparatuur (met 20 % Cu)
  • thermo-element (met 35-46 % Pd)
  • vulpenpunt (59 % Au, 23 % Cu, 14 % Ag, 4 % Zn)
  • weerstandsthermometer (met Mn)
  • zonwerend glas (oppervlakte laag)

In verbindingen

  • glaskleuring                                           Au2(SeO4)3
  • keramiek                                                Au-sulforesinaat
  • vergulden van metalen (galvanisch)      HAuCl4

Naam

Het woord goud is afgeleid van het Germaanse ghel, dat geel betekent. In het Oudsaksisch werd het gold genoemd.

Ook in het Latijn­ staat aurum voor geel (vergelijk ook het oud Romaanse aurora voor licht of glans). Dit vind je bijvoorbeeld terug in het Frans, Spaans en andere Romaanse talen. Het elementaire symbool Au is van deze naam afgeleid.

Ontdekking

Goud is één van de oudst bekende metalen. Het werd al vóór 4.000 v. Chr. gebruikt als sieraad en ruilmiddel. De geweldige aantrekkingskracht van goud wordt beschreven in verschillende mythes (bijvoorbeeld die rond Koning Midas (foto), die alles wat hij aanraakte in goud veranderde, of Jason en de Argonauten en het gulden vlies).

 

De eerste munten werden geslagen uit een legering van zilver en goud door Croesus, rond 550 v. Chr. De Egyptenaren en de Chinezen  gebruikten goud al voor het vervangen van kiezen en tanden. Ook het gebruik van goudverbindingen als kleurstof is al heel oud. In 1252 werd de eerste Fiorino d'oro geslagen, een Florentijnse munt met ca. 2 gram goud.  

 

Voorkomen

Goud staat op plaats 75 in de rangorde van de meest voorkomende elementen. Het is zeldzaam: het aandeel in de aardkorst is 4.10-7% op basis van gewicht.

Goud komt vooral voor als me­taal (mineralogen noemen dat de gedegen toestand), bijvoorbeeld in ertsen van zilver, koper, ijzer en de platinametalen.

 

Er zijn ook enkele mineralen waarin goud voorkomt, bijvoorbeeld:

  • aurostibiet                  AuSb2                                    
  • auricupride                 Cu3Au                                                           
  • calaveriet                    AuTe2
  • nagyagiet                    AuTe2.6Pb(S,Te)
  • sylvaniet                     AgAuTe4                                

Winning

De belangrijkste wingebieden liggen in Zuid-Afrika (Witwatersrand), Rusland (Siberië), Canada, de Verenigde Staten van Amerika (Californië, Colorado, Alaska), Brazilië, Australië, Chili, Irian Barat (West Irian), Zimbab­we, Colombia en de Dominicaanse Repu­bliek. 

Vroeger

De eenvoudigste manier om goud te verkrijgen is om zand of grond uit te wassen met water. Denk bijvoorbeeld aan de 'goldrush' in de Verenigde Staten. Een meer chemische manier om het edelmetaal te verkrijgen is de extractie van goudbevattend gesteente met kwik. Deze methode werd al rond circa 1500 v. Chr. toegepast (zie ook 80 - kwik).

 

Tegenwoordig

Vandaag de dag is de productie van goud lonend bij de aanwezigheid van ongeveer vier gram goud per ton gesteente. Goudertsen wordt opgelost in kwik, waarna het kwik wordt afgedestil­leerd. Het resultaat is ruw goud (90 % zuiver), dat door omsmel­ten verder is te zuiveren.

Een andere manier is het goud uit te logen met een cyanideop­los­sing in de aanwezigheid van zuurstof (via het inleiden van lucht). Daarbij onstaat een cyanidecom­plex:

4 Au + 8 NaCN + O2 + 2 H2O --> 4 NaAu(CN)2 + 4 NaOH

Het goud kan uit het complex worden vrijgemaakt door elektrolyse, of door reductie met zinkstof

2 NaAu(CN)2 + Zn --> Na2Zn(CN)4 + 2 Au

Uit het gevormde ruwe goud is via elektrolytische weg zuiver goud (meer dan 99,95 %) te verkrijgen.

Ook het anodeslib, dat overblijft bij de winning van zilver en andere metalen, dient meer en meer als bron voor goud. Na vloeistof-vloeistofextractie of ionenwisseling, wordt via elektrolyse goud gevormd. 

Deel dit op: