No

Nobelium


Het transuraan nobelium is jarenlang onderwerp geweest van discussie omdat zowel Amerikaanse als Russische onderzoekers de eer van de ontdekking wilden opstrijken. Opmerkelijk genoeg werd de naam al in 1957 voorgesteld door Zweedse onderzoekers. Zij melden als eersten de ontdekking van het element, maar die claim bleek al snel niet terecht. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw kregen de Russen het officiële gelijk aan hun zijde. De naam is een eerbetoon aan Alfred Nobel, de uitvinder van het dynamiet en de grondlegger van de Nobelprijzen.
Symbool No Protonen/elektronen 102
Groep 16 Isotopen
Periode Elektronenconfiguratie [Rn] 7s2 5f14
Blok d Elektronegativiteit (Pauling)
Bij kamertemperatuur Atoomstraal 10-12m
Dichtheid kg m-3 Relatieve atoommassa 257
Smeltpunt oC
( K)
Soortelijke warmte J kg-1K-1
Kookpunt oC
( K)
Warmtegeleidingscoëfficiënt W m-1K-1

Toepassingen

Nobelium heeft geen toepassingen.

Naam

Dit element is vernoemd naar Alfred Nobel, de uitvinder van het dynamiet en grondlegger van de Nobelprijzen. De naam werd voorgesteld door onderzoekers van het Nobel instituut in Stockholm (Zweden), die als eersten de eerste synthese van het element claimden. Deze claim hebben ze later weer moeten intrekken.

 

Ontdekking

In 1957 beschoten de Zweedse natuurkundigen (samen met collega's uit Engeland en de Verenigde Staten) een target van 244Cm met 13C4+-ionen. Zij veronderstelden daarmee nobelium te hebben gemaakt volgens de reactie:

244
96
Cm
 + 13
6
C   -->   253
102
No
 + 4n

Dit kon echter nergens ter wereld gereproduceerd worden.

Wie dan wel als eerste nobelium wist te maken leidde tot een verhitte discussie tussen Russen en Amerikanen.

 

In Amerika claimden  Glenn T. SeaborgAlbert Ghiorso (foto), John R. Walton en Torbjørn Sikkeland in 1958 de synthese van nobelium. Zij beschoten een target van curium met koolstof-11 en koolstof-12 ionen in hun nieuwe lineaire deeltjesversneller van de Universiteit van Californië in Berkeley, de HILAC (heavy ion linear accelera­tor). Ze dachten in eerste instantie nobelium-254 te hebben gemaakt maar concludeerden later dat het om nobelium-252 ging volgens

244
96
Cm
+ 12
6
C
 -->  252
102
No
+ 4 1
0
n


De Amerikaanse groep erkende de claim van de Zweden niet maar nam wel de voorgestelde naam nobelium over.

Vrijwel gelijk met de Amerikanen waren ook Russische onderzoekers onder leiding van Georgy N. Flerov (foto) bezig met experimenten in hun deeltjesversneller in Dubna (nabij Moskou). Zij voerden verschillende experimenten uit die verschillende isotopen van nobelium voortbrachten. Daarvan wisten ze ook de radioactieve vervalreeksen in kaart te brengen. De Russen wilden het element joliotium noemen, naar de kerngeleerden Frédéric Joliot-Curie en zijn vrouw Iréne Joliot-Curie (de dochter van Marie Curie).

 

De Russen publiceerden hun resultaten pas in 1966, dus ruimschoots na de Zweden en de Amerikanen. Toch honoreerde de commissie van de samenwerkende internationale chemie- en natuurkundeorganisaties IUPAC en IUPAP in 1992 de Russische claim. Het belangrijkste argument was dat de Russen in hun experimenten het meest overtuigend het bestaan van nobelium hadden aangetoond.

Het Russische voorstel om element 102 joliotium te noemen werd echter niet gehonoreerd aangezien het in de literatuur al als nobelium bekend stond. Pas in 1997 werd officieel tot die naam besloten.

Voorkomen

Nobelium komt niet voor in de natuur.

Bereiding

De Amerikaanse ontdekkers beschoten een target van curium met koolstof-11 en koolstof-12 ionen in hun nieuwe lineaire deeltjesversneller van de Universiteit van Californië in Berkeley, de HILAC (heavy ion linear accelera­tor). Ze dachten in eerste instantie nobelium-254 te hebben gemaakt maar concludeerden later dat het om nobelium-252 ging volgens

244
96
Cm
 + 12
6
C
 -->  252
102
No
 + 4 1
0
n

Deel dit op: