Rn

Radon


Radon is een radioactief edelgas met een halfwaardetijd van minder dan vier dagen. Het komt op aarde voor als vervalproduct van radium, dat in zeer kleine hoeveelheden aanwezig kan zijn in bouwmaterialen. Aangezien het zwaarder is dan lucht hoopt radon zich op in kelders en kruipruimten. Voorafgaand aan aardbevingen is vaak een sterke stijging in de radoncon­centratie waar te nemen.
Symbool Rn Protonen/elektronen 86
Groep 18 Isotopen
Periode Elektronenconfiguratie [Xe] 6s2 4f14 5d10 6p6
Blok p Elektronegativiteit (Pauling)
Bij kamertemperatuur gas Atoomstraal 10-12m
Dichtheid 9.07 kg m-3 Relatieve atoommassa 222
Smeltpunt -71 oC
(202 K)
Soortelijke warmte J kg-1K-1
Kookpunt -62 oC
(211 K)
Warmtegeleidingscoëfficiënt W m-1K-1

Aardschokvoorspeller

Het verband tussen de radonconcentratie en aard­bevin­gen is nog niet geheel duidelijk. Wel is vastgesteld dat voorafgaand aan een aardbeving, tijdens de zoge­noemde opbouwfase waarin de spanning in gesteenten sterk toeneemt, vaak een sterke toename in de radoncon­centratie optre­edt. Na de beving volgt vrijwel altijd een scher­pe daling. Sommige aardschokdetectoren zijn op dit principe gebaseerd.

 

Meer toepassingen

  • Bestraling van kankergezwellen op het oppervlakteweefsel (222Rn in zeer kleine goudstaafjes of -capsules, die 'seeds' genoemd worden).
  • Opsporen van bodemverontreiniging door koolwaterstoffen.

Naam

De Schotse chemicus William Ramsay (foto) stelde de naam in 1923 voor vanwege het feit dat radon het eerste vervalproduct is van radium.

 

Tot dan toe waren radon-isotopen bekend onder verschillende namen. De eerste min of meer 'officiële' naam voor het element was niton, ook afkomstig van Ramsay. Hij leidde die naam af van het Latijnse nitens, dat glinste­rend betekent. Ramsay doelde daarmee op de fosfo­rescerende eigenschappen van de 'thorium-emanatie' die later dus radon bleek te zijn.

Ontdekking

Bij het bestuderen van de radioactieve vervalreeksen van - onder andere - thorium en actinium ontdekten verschillende onderzoekers in de eerste vijf jaar van de twintigste eeuw een aantal isotopen van radon. Deze werden steerds vernoemd naar het element waaruit ze ontston­den:  (bv.

uit thorium, thorium-emanatie of thoron: 220Rn;
uit actini­um, actinium-emanatie of actinon: 219Rn;
uit radium, radium-emanatie of radon: 222Rn.

De Duitse natuurkundige Friedrich E. Dorn was in 1900 de eerste die radon ontdekte in de vervalreeks van radium. Zijn Nieuw-Zeelandse collega Ernest Rutherford toonde het radioactieve gas in hetzelfde jaar aan in de vervalreeks van thorium. In 1902 slaagden Rutherford en Frederick Soddy er als eersten in om een radon-isotoop daadwerkelijk te isoleren (uit thorium). In 1910 lukte het de Schotse chemicus William Ramsay en zijn Engelse collega Robert Whytlaw-Gray om 222Rn te isoleren en de dichtheid te bepalen. Het bleek om het zwaarst bekende gas te gaan.

Voorkomen               

Radon is één van de meest zeldzame elementen. Het heeft naar schatting een - minuscuul - aandeel in de aardkorst van ongeveer 4.10-17 %. Daarmee staat het op plaats 88 in de lijst van meest voorkomende elementen.

Radon ontstaat bij het radioactieve verval van uraan, thorium en actinium. Het komt voor in de atmosfeer, onder andere als gevolg van vulkaanuitbarstingen. Ook zijn sporen radon aangetroffen in bronwa­ter nabij vindplaatsen van uraanmineralen, zoals in Joa­chimsthal (Tsjechië).

Radon is ook aan te treffen in (kruip­ruimten van) woningen. Veel grond- en steensoorten bevatten sporen van uranium die tot radium vervallen, dat op zijn beurt weer vervalt tot radon. Ook verschillende bouwma­teria­len geven om dezelfde reden radon af. 

Foto: radon testkit
 

Vroeger

Het eerst bekende radon werd geïsoleerd uit vervalproducten van radium.

Tegenwoordig

Radon is te verkrijgen uit vervalproducten van radium en bij het opwerken van splijtstofstaven uit kern­reactoren.

Deel dit op: